Wat is decubitus?
Decubitus is ernstige beschadiging van de huid als gevolg van permanente druk op-, en verminderde bloedvoorziening in een bepaald huidgebied. Decubitus is een veel voorkomende complicatie bij mensen die om een andere reden in het ziekenhuis of verpleegtehuis zijn opgenomen. Decubitus is een ernstige, in sommige gevallen levensbedreigende complicatie, van ziekenhuisopnames. Decubitus ontstaat meestal al in de eerste 2 weken van de ziekenhuisopname.

 

Hoe ontstaat decubitus?
Decubitus treedt vooral op in situaties waarin mensen langdurige bedrust moeten houden of om andere redenen zeer lang in een houding blijven liggen of zitten. De decubitus treedt op waar de huid over een relatief naar buiten stekend deel van het bottenstelsel ligt. Bij langdurig 'mangelen' van de huid tussen het bot en het bed ontstaat plaatselijk zuurstoftekort in de huid en het onderhuidse bindweefsel. Als deze toestand langer bestaat gaat het weefsel dood: dit noemt men necrose.
Het dode huidweefsel en onderliggende bindweefsel verdwijnt en een (vaak diepe) wond is het gevolg. Een dergelijke wond wordt een ulcus (zweer) genoemd.
Bekende (en beruchte!) decubitusplekken zijn de stuit en de hielen van de voeten.

 

Hoe ziet decubitus eruit?
Decubitus kan in enkele gradaties van ernst worden ingedeeld:

  • Stadium I

Het allereerste begin van decubitus wordt gekenmerkt door een rode vlek op de huid. Belangrijk is dat de roodheid niet kortstondig verdwijnt als met de vinger druk op de huid wordt uitgeoefend. Hoewel het nog niet duidelijk zichtbaar is, is in dit stadium al veel schade toegebracht aan het huidweefsel.

  • Stadium II

In dit stadium wordt de eerste ernstige schade zichtbaar. Deze bestaat meestal uit een met bloederig vocht gevulde blaar of een droge, zwart gekleurde opperhuid. Ook kunnen in dit stadium zeer oppervlakkige zweren ontstaan. Belangrijk is dat in dit stadium alleen de opperhuid en een deel van de lederhuid in het decubitusproces betrokken zijn.

  • Stadium III

Nu is de gehele dikte van de huid afgestorven en vaak ook een deel van het onderhuidse vetweefsel. Er bestaat nu dus een diepe zweer. De spieren onder de huid zijn echter nog niet door decubitus aangetast. Het afgestorven huidweefsel is geel of zwart van kleur.

  • Stadium IV

In dit stadium is er ook sprake van aantasting van de spierweefsels. Er zijn nu zeer diepe wonden ontstaan (soms centimeters diep!). Vaak is de zweer veel groter dan op het eerste gezicht lijkt. Er is dan sprake van holtevorming en ondermijning van de huid. Een gat in de huid van enkele centimeters kan soms de 'toegang' zijn tot een vele centimeters grote holte die tot ver onder de huidranden van de zichtbare opening doorloopt.

 

Lichamelijke begeleiding 

Hoe wordt decubitus behandeld?
Wanneer decubitus wordt ontdekt dient direct overgeschakeld op de optimale verzorgtechnieken (zie bij voorkomen van decubitus)
Extra aandacht wordt besteedt aan het matras, de voeding en de lighouding van de patient.
De lokale wondbehandeling kent enkele principes:

  • Verwijdering van de necrose
    • grote dode weefselstukken worden door de dermatoloog of chirurg operatief verwijderd. In de praktijk betekent dit vaak dat het dode weefsel met een schaar wordt weggeknipt.
    • oppervlakkig geel beslag kan soms met necrose oplossende zalf worden verwijderd
    • hypochloriet-oplossing wordt gebruikt voor hele 'vieze', diepe decubituswonden met veel dood weefsel. Gaasjes gedrenkt in deze oplossing worden meerdere keren per dag in de wond gebracht.
  • Bestrijden van infectie
  • Voldoende eiwitrijke voeding
  • Activeren van weefselherstel door speciale wondverzorging. Het type wondverzorging is sterk afhankelijk van de ernst van de decubitus wonden.
      • Decubitus graad I en II
        • Hydrocolloid pleister (dit beschermt de huid en zorgt voor een gezond wondmilieu)
      • Decubitus graad III
        • Behalve hydrocolloid pleister kan ook in sommige gevallen vacuum-therapie worden toegepast. Door het vacuumzuigen van de wond wordt de wondgenezing gestimuleerd
  • Toepassing van speciale anti-decubitus matrassen die de druk op het wondgebied opheffen. In ernstige vormen van decubitus worden vaak speciale luchtmatrassen gebruikt, waarbij de drukpunten van het lichaam (de stuit, hakken) automatisch worden ontlast.

Voorkomen is beter dan genezen...

In veel ziekenhuizen en verpleegtehuizen wordt er tegenwoordig veel aandacht besteed aan het voorkomen van decubitus. Toch blijft decubitus een enorm probleem, en helaas blijkt achteraf vaak dat een belangrijk deel van deze problematiek toch voorkomen had kunnen worden. Om het anti-decubitus beleid vorm te geven bestaan er in vele instellingen 'decubitus-teams' die meestal bestaan uit verpleegkundigen, dermatologen en vaak een speciale decubitusconsulent. Deze teams proberen specifieke knelpunten binnen de decubituszorg in die instelling op te lossen.
De aanbevelingspunten volgen vanzelf uit het bestuderen van de verergerende factoren (zie boven):
Belangrijke aanbevelingen zijn:

  • De patiënt veel laten bewegen of ten minste steeds een andere lighouding aan laten nemen. Als de cliënt lang ligt moet dit om de 2 á 3 uur. Als de cliënt lang zit moet dit om de 1 á 2 uur.
  • Zorg voor goede voeding
  • Zorg voor genoeg steun, zodat het gewicht verdeeld is over een grotere oppervlakte
  • Zorg tijdig voor een adequaat 'antidecubitus matras'
  • Wanneer de cliënt op de zij ligt, kun je kussens tussen de knieën klemmen
  • Wanneer de cliënt op de rug ligt, kun je gebruik maken van een kussen onder zijn onderbenen, zodat de hielen niet op het matras liggen.
  • Bestrijdt huidinfecties tijdig
  • Zorg voor een schone, gladde, droge, katoenen onderlaag (bed of stoel). Voorkom oneffenheden, dus let op kruimels, kreukels, infuus of katheterslangen.
  • Houd de huid droog. Voorkom dat de huid vochtig wordt door zweet of plas.
  • Het is belangrijk de huid van de cliënt regelmatig te controleren, zodat u tijdig kunt handelen.

 

Sociale begeleiding 

Als mz’er kun je een luisterend oor zijn voor de persoon die doorligplekken heeft. Hij of zij moet zijn verhaal kwijt kunnen bij jou. Ook is het belangrijk dat ze zich gehoord voelen. Laat zien dat je luisterend en geef ze daarbij de juiste aandacht. Ook kunnen familieleden hierbij helpen. Als mz’er kun je ze altijd een tip geven om bijvoorbeeld een keer in de week een praatje te komen maken of om de plek te masseren. (dit kan alleen bij een eerste graad doorligplek) 

 

Psychische begeleiding 

Als jij zelf doorligplekken zou hebben. Wat zou je dan het liefste willen? Even niet aan de pijn denken. Als mz’er kun je voor afleiding zorgen. Dit kan op heel veel manieren. Door simpel al muziek op te zetten en familieleden langs laten komen die even een praatje maken. Kijk hierbij naar de interesses van de cliënt. Bij muziek bijvoorbeeld naar de genre wat de cliënt leuk vind. Als het een ouder iemand is kun je ook muziek gebruiken van hun jongerenjaren. Hierbij kunnen ook de familieleden mee in ondersteunen.