Wat is trombose?

Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om bloedverlies bij verwondingen te voorkomen. Als het systeem in werking treedt zonder dat sprake is van een bloeding, dan ontstaat in het bloedvat een bloedstolsel. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose heeft tot gevolg dat het bloedvat (een ader of een slagader) ter plaatse, of verderop in de bloedsomloop, geheel of ten dele wordt afgesloten. Trombose ontstaat dus doordat op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt. Je hebt 2 soorten trombose:

 

Arteriële trombose: Trombose in je slagader. Dit kan leiden tot een hartinfarct of een herseninfarct. Bij arteriële trombose is aderverkalking erg belangrijk. Aderverkalking vindt plaats door beschadiging van de vaatwand. Als de aderverkalking zo ver is dat het bloedvat bijna gesloten is, dan kan hier een stolsel groeien.

Veneuze trombose: in dit geval bevindt de trombose zich in je aderen. Hierdoor kun je een trombosebeen of een longembolie krijgen.

 

Oorzaken van trombose:

Veneuze en arteriële trombose hebben verschillende oorzaken

Oorzaak veneuze trombose

Je hebt een verhoogd risico op veneuze trombose, als je:

  • Een operatie hebt ondergaan: vooral operaties waarbij je heup of knie worden vervangen.
  • Langdurige bedrust houdt.
  • Een ongeval hebt gehad.
  • Kanker hebt of gehad hebt
  • Zwanger bent of zojuist bevallen.
  • Erfelijke aanleg voor trombose hebt.
  • De anticonceptiepil gebruikt.
  • Vaak vliegt.

 

Oorzaak arteriële trombose

Je hebt een verhoogd risico op arteriële trombose, als je:

  • Aderverkalking hebt
  • Rookt
  • Een te hoog cholesterol hebt 
  • Een te hoge bleoddrukt hebt
  • Diabetes hebt 
  • Erfelijke aanleg hebt voor trombose 

 

Gevolgen van trombose 

Trombose kan overal in het lichaam optreden. De gevolgen van trombose zijn nauw verbonden met de plaats waar de trombose optreedt.

  • In de hersenen: Als een stukje van een stolsel of een stolsel loslaat in het hart of in de halsslagader, kan dit vastlopen in de verderop gelegen slagader van de hersenen. We spreken dan van een hersenembolie. Als een embolie een slagader van de hersenen afsluit, kan dit aanleiding zijn voor een herseninfarct. Afhankelijk van de grootte van het bloedvat en de plaats in de hersenen waar het stolsel vastloopt, doen zich verschijnselen voor als bewusteloosheid, lichte tot ernstige spraakstoornissen of verlammingen
  • In het hart: Je hebt kans op een onregelmatige hartslag, hartklepafwijking, nieuwe hartklep en ( dreigend ) hartinfarct.
  • In de benen:

Slagaders in de benen: Als een trombose één van de slagaders van de benen geheel of gedeeltelijk afsluit, kan dit klachten geven met lopen

Aders in de benen: Je kunt te maken krijgen met trombosebeen, longembolie en Posttrombotisch syndroom (PTS)

 

Lichamelijke begeleiding

Als MZ-er kun je met veel taken mee helpen die belangrijk zijn voor cliënten die trombose hebben. Het is belangrijk dat ze veel beweging hebben. Je zou dus activiteiten kunnen bedenken voor deze cliënten of samen een schema vaststellen over wat ze elke dag kunnen doen. Je helpt mee met hun gezonde leefstijl. Hieronder verstaan we; gezond en gevarieerd eten, zo min mogelijk alcohol en je kunt ze helpen om te stoppen met roken.

 

Sociaal/ psychische begeleiding

Het is voor veel cliënten moeilijk om, om te gaan met trombose. Je kunt je cliënt meenemen naar zijn/haar arts om hierover te praten. Ook kun je als MZ- er avonden organiseren waarbij mensen bij elkaar komen die ook te maken hebben met trombose zodat ze met elkaar hierover in gesprek kunnen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb